Het is bijna niet te beschrijven wat er met je gebeurt na zo’n heftig ongeval. De wereld staat stil en tegelijk word je keihard rondgeslingerd. Met de “oerkracht” die vrijkomt kun je reageren en handelen. Eén ding is zeker, we kunnen dit echt niet alleen. We hebben hulp nodig. En die hulp komt er, vaak uit onverwachte hoek en soms moet je fanatiek op zoek. 

Lieve mensen 
Vanaf het allereerste moment zijn we omringd door lieve mensen. De dames die eerste hulpverlenen, op de plek van het ongeval, zijn een arts en politieagente. We hebben vaak tegen elkaar gezegd: “Dat is Guus zijn geluk geweest.” Deze beide dames met zoveel meer kennis en ervaring dan iedere toevallige voorbijganger. Die lieve meneer die op zijn knieën bij Guus en Jörg lag. De hartelijke vrouw die Pien omarmde en bij haar bleef. Degene die meteen een deken ophaalde zodat Guus niet in de kou op straat lag.

Vrienden en familie 
Vrienden van ons zijn meteen in de auto gestapt om bij ons te komen. Onderweg naar Enschede hebben ze contact met onze familie en vrienden om ze op de hoogte te brengen. Samen hebben we geluisterd naar de eerste diagnose van de kinderarts en trauma arts. Zij zijn met ons naar Groningen gereden en hebben de lange nacht met ons gewacht. Zeker de eerste weken is er geen dag voorbijgegaan zonder bezoek. Zo liefdevol en betrokken, al die lieve mensen. Vaak wordt er een maaltijd meegenomen. Deze kunnen wij dan later opwarmen. Echt fantastisch, aangezien er weinig tijd en geen energie is om een maaltijd te bereiden. Via via wordt er regelmatig iets meegegeven aan mensen die op bezoek komen. Ook bij de receptie van het UMCG Groningen, Roessingh Enschede en Leijpark Tilburg worden pakketjes voor ons afgegeven. Ontroerende en hele mooie gebaren die je nooit meer vergeet.

Huiselijke sfeer 
Als je lange tijd van huis bent, wil je graag je eigen spullen. We hebben regelmatig een lijstje naar familie en vrienden gestuurd. Met een volgend bezoek wordt dit dan meegenomen. Guus zijn kamer en onze kamer in het Ronald McDonald huis worden zo steeds meer een eigen plek. Ondanks alle angst en verdriet voelen we ons hier wel op ons gemak. Al meteen de eerste week hebben vrienden geld gedoneerd aan het Ronald McDonald huis Groningen.

Postbode 
Iedere dag krijgen we appjes, berichtjes, digitale knuffels en kaarsjes. Het beantwoorden van de berichten is soms te tijdrovend. We hebben een app groep gemaakt om zo ons verhaal te delen. De informatie is voor iedereen gelijk en uit de eerste hand. Na een paar dagen heeft de postbode ons ook gevonden. Stapels kaarten, brieven, cadeaus, ballonnen en bloemen hebben Guus en wij gekregen. Niet alleen thuis, maar ook bij het UMCG Groningen, Roessingh Enschede, Leijpark Tilburg en de Ronald McDonald huizen Groningen en Tilburg krijgen we deze attente gebaren.

Thuis in Vasse 
De tweede week in Groningen zegt Pien: “Na de Kerstvakantie wil ik graag weer naar school, maar ik wil niet ergens logeren.” Wij hebben daarop gezegd: “Oké, dat gaan we doen, maar hoe weten we nog niet.” We zijn vier weken samen in Groningen geweest. Daarna hebben we ons opgesplitst. Voor Pien een goede oplossing. Zo gaan voor haar school, de volleybaltraining en wedstrijden “gewoon” door. Op een vertrouwde plek een paar nachten logeren is prima en gezellig. Verstandelijk weet je dat het een goede oplossing is. Gevoelsmatig wil je het liefst bij elkaar blijven. Het maken en brengen van maaltijden gaat gewoon door. Meerdere keren per week hebben we een lekkere maaltijd zonder zelf te koken. Na vier weken zijn Pien en ik voor het eerst thuis. We zien er enorm tegenop. Wat kunnen we verwachten na vier weken afwezigheid? Hoe zal het zijn? Dit hebben we niet bedacht. Er staat een bloemetje op tafel, de lampen zijn aan en het is heerlijk warm. Natuurlijk zijn we blij om thuis te zijn en tegelijk emotioneel dat we niet samen thuis zijn.